Menu Sluiten

Het Vredeslicht ontvangen door het OCMW van Balen

Over het OCMW van Balen bereikten ons in het voorbije jaar positieve berichten over verbindende initiatieven. Een goede reden om bij het OCMW aan te kloppen met ons bescheiden Licht van Bethlehem dat mensen wil verbinden en zij die mensbevorderend werken een hart onder de riem wil steken. Onze gastvrouw was Ann Maes, stafmedewerker van de gemeente, die bereid was om voorafgaand de positieve ‘geruchten’ wat te kaderen.

Gelukkig ligt de tijd achter ons dat het OCMW een negatieve bijklank had, zoals vroeger ‘den onderstand’, waardoor mensen die door de omstandigheden van het leven hulp van deze gemeentelijke dienst nodig hadden, dachten zich daarvoor te moeten schamen, met als gevolg dat de overgrote meerderheid daar liever weg bleef. Er zijn heel wat jaren overheen gegaan om die kloof dicht te rijden. En er is een hele weg afgelegd, zowel aan de kant van OCMW-medewerkers als aan de kant van de mensen.
“ Onder de medewerkers leefde het vermoeden dat we eigenlijk niet alle mensen bereikten die we wilden bereiken”, vertelt Ann, “dat Balenaars die onze hulp goed zouden kunnen gebruiken, niet naar ons toe kwamen. Daarom hebben we in 2007 een onderzoek gedaan in samenwerking met de Hogeschool van Geel. We hielden een schriftelijke bevraging onder de inwoners van Balen. Daaruit bleek dat het inkomen van één op acht gezinnen onder de Europese armoedegrens zat, maar ook dat van die groep slechts een kwart in het laatste jaar contact had gehad met het OCMW. De cijfers overtroffen wat we al vermoedden. Dat was voor ons een wake-upcall. En meteen ook het startsein om een armoedebeleid op te starten. We hadden begrepen dat we het niet alleen konden, dat het niet werkt om programma’s van achter onze bureau’s uit te dokteren, dat we de mensen uit de doelgroepen hierbij veel meer moesten betrekken. Allereerst was het zaak om elkaar veel beter te leren kennen. We luisterden naar hoe mensen het beleven om bij het OCMW aan te kloppen, waardoor we ons meer konden inleven en onze aanpak beter konden afstemmen. Er werd een stuurgroep opgericht en werkgroepen opgezet rond diverse thema’s: inkomen, werk, gezondheid, veilige kindertijd, wonen. Nu worden de mensen zelf mee betrokken in die organisatie. Zo kunnen zij bijvoorbeeld heel goed inschatten of een affiche duidelijk en uitnodigend overkomt; op een info-avond zorgen zij mee voor gezonde hapjes, … Stilaan hebben we elkaar door de wederzijdse dialoog beter leren kennen en is er meer respect en vertrouwen gegroeid. Jammer genoeg ligt de werking van de themagroepen nu door corona stil. In oktober hebben we wel nog wat dingen kunnen doen. Zo was er een boeiende workshop rond ‘schaarste’; over wat gebrek aan geld of gebrek aan tijd bijvoorbeeld met een mens doet. Heel boeiend, zowel voor ons, collega’s, als voor de mensen van onze doelgroep. We ontdekten dat we vanuit een bepaald gebrek zo focussen op de meest dringende problemen, dat we als in een tunnel geen zicht meer krijgen op wat het leven nog biedt, op een verdere toekomst. Dat inzicht kan bevrijdend werken; dat mensen gaan zien dat ze niet noodzakelijk zelf verantwoordelijk zijn voor bepaalde problemen.
De opdracht van het OCMW is ervoor zorgen dat mensen menswaardig kunnen leven. In Balen vinden we dat iemand menswaardig kan leven, als hij/zij kan deelnemen aan de samenleving. Om te kunnen aftoetsen of een inkomen toelaat om deel te nemen aan de samenleving, gebruiken we sinds 2014 de REMI-tool (referentiebudgetten voor een menswaardig inkomen). Wanneer iemands inkomsten niet kunnen worden verhoogd en de vaste uitgaven niet kunnen worden verminderd, past de gemeente het ontbrekende bedrag bij.”

Naast het aanbod van ‘Balen helpt’ en het Belproject, waarbij eerst alle 75+ers en later alle alleenwonenden tijdens deze pandemie persoonlijk werden opgebeld om te vragen hoe het met hen gaat, wil het OCMW nu ook sterker inzetten op buurtversterkende initiatieven. Voorheen werden in Balen al projecten gelanceerd zoals ‘het Buurtbudget’, waarmee een bepaalde buurt een initiatief kon nemen dat de buurtcohesie versterkt. Een ‘babbelbank’ bijvoorbeeld. Ann legt uit:
“ Om een beter zicht te krijgen op wat er in een bepaalde buurt leeft, waar mensen vandaag mee bezig zijn, waar er noden liggen waarbij de gemeente ondersteuning kan bieden, kwamen we met een aantal collega’s op het idee van ‘het Luisterproject’. We zijn een vorming gaan volgen over ‘waarderend luisteren’ omdat we de mensen vooral vanuit henzelf willen laten vertellen, zonder zelf te willen sturen. Met 10 collega’s van de dienst ‘Vrije Tijd en Welzijn’ gaan we 1-op-1 gesprekken voeren bij mensen uit een bepaalde buurt. We kozen vrij toevallig Rosselaar voor ons pilootproject. Vlak voor de tweede lockdown waren we al begonnen met een 7-tal gesprekken met mensen die door hun beroep of hun engagement veel kunnen weten over het leven in de buurt. Die mensen kunnen ons dan weer doorverwijzen naar anderen. Nu het opnieuw beter weer is en we mensen buiten kunnen ontmoeten of met hen een wandeling kunnen maken, hebben we de draad weer opgepakt. We willen veertig tot vijftig mensen aan het woord laten en beluisteren wat er aan noden en verlangens leeft aangaande het leven en wonen in die bepaalde buurt. Dit om daarna beter in te schatten welke initiatieven de gemeente verder kan ondersteunen of ontplooien.”
En ander buurtverbindend project dat in de pijplijn zit, is het uitbouwen van een Dienstencentrum. “Dat is voorzien in het meerjarenplan,” vertelt Ann. “ De doelgroep hierbij zijn voornamelijk de senioren. We willen een ontmoetingsplek uitbouwen waar zij elkaar kunnen treffen, waar er diensten te vinden zijn waardoor zij zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen, waar zij ook als vrijwilliger kunnen participeren. Bovendien komt er vanuit de overheid een stimulans om zo’n dienstencentrum buurtverbindend te laten werken. Maar hoe dat dan concreet allemaal moet, dat zullen we stap voor stap, samen met buren en gebruikers, moeten bekijken.”

Het moge duidelijk zijn dat door de mensen van dit OCMW wegen gezocht worden om mensen in hun levensgeluk te bevorderen en dat we dus ter recht het Vredeslicht bij hen mogen achterlaten. Hiertoe liet Ann ons binnen in de raadzaal, waar net een overleg over zaken van het OCMW had plaatsgevonden. Vier nauw betrokkenen ontvingen ons met de glimlach – duidelijk zichtbaar achter hun mondmasker – : burgemeester Johan Leysen, schepen van welzijn Erik Borgmans, afdelingshoofd ‘Burger en Welzijn’ Dave Walbers en algemeen directeur Michel Van Sprengel. Het werd een korte maar krachtige ontmoeting, waarin we de hoop uitspraken dat er spoedig een uitweg komt uit deze crisis en waarin we de diepe wens met elkaar deelden om straks, wanneer er weer meer zal mogen, er voor mensen te zijn. We zijn alvast dankbaar voor dit positieve verhaal, een licht op onze weg naar Pasen.

Griet Van Coillie

Lees ook: