Het Licht van Bethlehem

De communicanten in Balen en Mol ontvingen het Vredeslicht, samen met de herderstas van de kleine herder. Met het materiaal in die tas kunnen ze met de hele familie aan de kersttafel gouden momentjes ophalen.

Bekijk hieronder de werkvorm, of volg de instructies in het boekje in de herderstas.

Goede God,
wat zou het mooi zijn
als de vrede van deze nacht
over de wereld bleef hangen
als een geurende wolk
die geen mens kan vergeten.
Wij bidden U:
maak uw droom van vrede
sterk als wierook
en krachtig als twee handen
die elkaar de vrede wensen.

FAQ

Dat kan zeker! Ga naar je eigen parochiekerk, of naar de Taborkapel van de Sint-Pieter en Pauwelkerk. Bij de vredesduif brandt het Licht van Bethlehem.

Een kroon voor het kindje

Het was een heldere, koude nacht. In het veld zaten schaapherders bij een groot kampvuur. De schapen en hun lammetjes lagen te slapen. Bij hen was een heel kleine herder. De kleine herder zat maar naar boven te kijken, en streelde het lammetje dat naast hem lag. Wat een bijzondere nacht, dacht hij. Er zijn zoveel sterren! Naast hem zat zijn oom, een oude wijze herder, die al veel had meegemaakt.

“Oom, waarom is deze nacht zo heel anders dan andere nachten?”, vroeg de kleine herder. Toen vertelde zijn oom over een belofte die God gemaakt had. Er zou een koning geboren worden. Het zou een goede koning zijn, in de ogen van God en van de mensen. Hij zou vrede brengen.
“Wanneer gebeurt dat dan?”, vroeg de kleine herder.
“We weten het niet, jongen”, zei de oude man, “maar altijd wanneer er zoveel sterren aan de hemel staan, hopen we dat de belofte wordt vervuld. Dat zal een feest zijn!”.

De kleine herder stond op. Een koning! Stel je voor dat die geboren zou worden in deze nacht vol sterren! Dan zou hij hem meteen gaan opzoeken. Maar welk cadeau zou hij kunnen geven aan een pasgeboren koning? Hij was maar een arm herdertje. Goud of zilver had hij niet. Ineens kreeg hij een idee. Als hij eens een kroon zou vlechten, een kroon van goudgeel stro! Hij zocht de mooiste en langste strohalmen eruit. Toen ging hij aan het werk…

Intussen waren, niet ver van daar, een man en een vrouw op reis. De naam van de vrouw was Maria, en de man heette Jozef. Ze waren samen met een ezeltje op weg van Nazareth naar Bethlehem. Iedereen moest op reis naar de plaats waar zijn familie vandaan kwam. Daar moesten ze hun naam op een lijst laten schrijven. Het was een zware tocht, vooral voor Maria, die een kindje in haar buik had. Ze voelde dat het bijna zou worden geboren. Maria en Jozef wilden overnachten in een herberg. “Kunnen we hier een bed krijgen voor één nacht?”, vroeg Jozef.

Maar het antwoord was “neen”. Omdat er zoveel mensen onderweg waren, was er geen plaats meer. Ze moesten verder reizen. Toen ontdekten ze een rustige, verlaten schaapstal. Daar gingen ze naar binnen.

De meeste herders waren in slaap gevallen. Maar de kleinste herder ging maar verder en verder met vlechten. Het werd een mooie kroon. Ineens werd zijn schaapje onrustig. Toen de kleine herder opkeek, stond daar, vlak voor hem, een engel met een grote ster.
“Kleine herder, schrik niet”, zei de engel. “Ik heb groot nieuws voor jou. Je moet naar Bethlehem, want er is een koning geboren!”.
Toen verdween de engel weer.

De kleine herder wist niet wat hij hoorde. Hij liep naar zijn oom.
“Word wakker”, zei hij. “De koning is geboren! Wij moeten er naartoe, naar Bethlehem!”
“Dat heb je gedroomd, jongen”, zei hij. “Het is nog lang geen tijd”.
En hij sliep weer verder.

Ja, misschien was het wel een droom. De jongen ging verder werken aan zijn kroon van stro. Even later verscheen opnieuw de engel. Deze keer was hij samen met twee andere lichtgevende wezens.
“Kleine herder, je droomt niet. Maar wees niet bang. Het is goed nieuws wat wij brengen. Kom naar Bethlehem!”

Nu vloog de kleine herder naar zijn oom.
“Echt waar, oom”, riep hij uit, “drie engelen stonden hier voor me, hier op het stro!”.
De oude herder zag een glans in de ogen van de jongen, de glans van de belofte. Hij stond op, stootte de anderen aan, en zei:
“Vrienden, de messias is gekomen. Laten we naar Bethlehem gaan om Hem te begroeten.”
De herders klopten hun kleren schoon, bekeken hun handen en voelden aan hun baard. Op bezoek bij de messias, de koning? Zo, in hun gewone kleren? Maar toen ze de jongste herder zagen, die nog straalde van verwondering over de engel, wisten ze dat dit een gezegende nacht was. De kleine herder pakte zijn tas, deed de kroon en een stuk brood erin, en ging op pad in de richting waarin de engel gewezen had.

Ze liepen samen over de velden. Het was nog een heel eind naar Bethlehem, en het was midden in de nacht. De kleine herder kreeg honger. Hij pakte zijn tas en haalde het stuk brood eruit. Toen zag hij dat zijn oude oom met zijn stok maar moeilijk vooruit kwam.
“Oom”, zei hij, “wilt u wat brood. Ik heb nog”.
“Graag jongen”, zei de oude herder.
De jongen brak zijn brood doormidden en gaf hem de helft. Net toen hij zelf wilde gaan eten, liet zijn schaapje een klaaglijk geblaat horen:
“Mèèèh, ik heb ook honger”.
Weer gaf het herdertje de helft van zijn brood. Toen hij aan het laatste stukje wilde beginnen, sprong er een haasje voor zijn voeten. Het hipte heen en weer, en snuffelde aan de grond.
“Niks, niks te vinden!”, hoorde hij het haasje zeggen. “En ik heb zo’n honger!”
De kleine herder brak zijn laatste brood in stukjes en strooide het neer voor de haas die het gretig opat. Intussen waren ze midden op het veld aangekomen.

Plotseling verscheen er, voor iedereen zichtbaar, aan de hemel een stralende ster.

De herders keken vol verwondering omhoog. Honderdduizend engelen zweefden om hen heen en zongen wondermooi. De engel met de grote ster kwam weer voor de kleine herder staan en zei:
“Volg mijn ster. Je bent bijna bij de koning!”
De kleine herder zei verlegen:
“Maar ik ben arm. Ik heb niets om aan een koning te geven, alleen een kroon van stro.”
Toen sprak de engel:
“Deze koning wil geen dure spullen. Hij wil dat mensen met elkaar delen wat ze hebben zoals jij net hebt gedaan, herdertje. Daarom is jouw kroon meer waard dan al het goud op de wereld.”

Toen raakte de engel de herderstas aan. En toen de kleine herder de strooien kroon tevoorschijn haalde, glansde deze mooier dan zuiver goud.

Met zijn kostbare geschenk liep hij weer verder alsof hij vleugels had gekregen.

Toen ze bij de stal kwamen, hoorden de herders zacht een kindje wenen. Ze lieten de kleine jongen als eerste naar binnen gaan. In de stal vond hij een pasgeboren kindje, in doeken gewikkeld, liggend in een klein bedje van stro. Een os en een ezel verwarmden het kind met hun adem. Maria en Jozef waren heel blij met het bezoek. Als je zoveel hebt meegemaakt, wil je daarover vertellen. En de herders luisterden aandachtig naar wat Jozef en Maria hadden beleefd.

Toen mocht de kleine herder vertellen over de sterrennacht en de engel die verschenen was. En hoe zijn zelfgevlochten kroon in puur goud was veranderd. Trots gaf de kleine herder zijn geschenk. Maria nam de kroon dankbaar aan en legde die aan de voeten van het kindje om aan alle mensen te laten zien dat de belofte aan het volk vervuld was.

Andere vragen? Of wil je ons laten weten hoe jij het moment met de herderstas beleefd hebt? Misschien wil je zelfs een foto opsturen?